Ik bracht mijn vakantie deze zomer door in Santiago de Compostela, op slechts vijftig kilometer van huis. Hoewel ik niet ver gereisd heb, voelde het toch helemaal als vakantie. Een andere dagindeling, een andere omgeving en veel lekker eten zijn volgens mij een goede basis voor een vakantiegevoel, ongeacht waar je bent. Deze keer is het tijd voor het vierde deel van mijn zomervakantie en dat is tevens het laatste deel in de serie. Ik nam mijn ouders mee naar het dorp waar mijn vriend en ik momenteel wonen, we gingen een dag naar Pontevedra en op onze laatste dag genoten we nog één keer van de stad Santiago. De vorige delen nog niet gelezen? Je vindt deel één hier, deel twee hier en deel drie hier.
Dag 9: naar de kust
Op dag negen van de vakantie was het zover: ik nam mijn ouders mee naar de plek waar mijn vriend en ik tot nu toe hebben gewoond in Galicië. We hadden empanada besteld en aten dit met oceaanuitzicht. Nou ja, eigenlijk met onze rug ernaar toe, omdat mijn moeder het eng vond om de andere kant op te zitten. Dan maar af en toe over onze schouder kijken.
Nadat we een aantal dingen in het dorp lieten zien, namen we mijn ouders mee voor een lange strandwandeling. Ondertussen ontmoetten ze ook de ouders van mijn vriend, wat vanwege de taalbarrière vooral bestond uit gefilterd vertalen door mijn vriend en mij.
Ik heb geen foto’s gemaakt die dag, dus je zult van me moeten aannemen dat het echt gebeurd is. Ik ben hier ten slotte elke dag, dus ik voelde geen behoefte om een camera mee te sjouwen.
Dag 10: tripje naar Pontevedra
We hadden de smaak te pakken en maakten op dag tien wederom een tripje. Dit keer namen we niet de bus maar de trein en was ook de bestemming anders: Pontevedra. We begonnen de dag in een museum, waar mijn ouders het tentoongestelde kunstwerk van mijn vriend konden bewonderen.
Toen we uit het museum kwamen, waren de weergoden ons slechtgezind en regende het nogal. We probeerden een plek om te eten te vinden, maar dat bleek lastig op een zaterdag met een vervelende vegetariër die geen dieren wil eten (ja, dat ben ik). Uiteindelijk vonden we een plekje waar we allemaal een heerlijke pizza konden eten.
Toen we het restaurant uitstapten, leek het alsof er een nieuwe dag begonnen was. De lucht was opgeklaard en het was zelfs een beetje zonnig. Perfect weer voor een bezoek aan het sculptureneiland. Eén van die sculpturen zie je hiernaast (op mobiel: hieronder).
Er gebeurden twee memorabele dingen op het eiland:
- Ik schrok me een ongeluk toen ik bijna op een megagrote tor stapte. Je kunt hem op één van onderstaande foto’s bewonderen, waar hij helaas naast een heel groot blad zit, waardoor hij zelf kleiner lijkt dan hij was.
- Eén van de sculpturen is een soort doolhof, maar dan met maar één mogelijke route. (Verwarrende uitleg, maar dat is precies wat het was.) Toen we in het midden aankwamen – het eindpunt – lag daar een drol die niet bij het kunstwerk hoorde. En waar ook zeker geen hond de schuld van kon krijgen. Bah.
Dag 11: heel veel tapas
Het was officieel onze laatste vakantiedag – of in ieder geval de laatste hele dag in Santiago. We maakten een rustige wandeling door het centrum, genoten van mooie uitzichten en bezochten daarna het Pilgrimmuseum. Ik was hier zelf al geweest en liet dus vooral mijn ouders rondkijken.
’s Middags gingen we terug naar het vegetarische restaurant (A Porta Verde) waar ik wederom heerlijk at. Dit keer een falafelburger met aardappeltjes uit de oven. Mijn doel is om de kaart uit te spelen, zodat ik ooit weet wat de allerlekkerste optie is.
Na een rustige middag in het park met een boek, stond er meer eten op het menu. Niet dat dat per se de bedoeling was, maar het gebeurde wel.
We besloten onze laatste avond door te brengen op ons geliefde terras, maar kwamen voor een grote teleurstelling te staan. Het terras was dicht. En dat op een zondag. We herpakten ons met moeite na deze tragische gebeurtenis en kozen voor het eerstvolgende terras twintig meter verderop.
We bestelden drinken en het drinken kwam. Maar waar waren de tapas? Ik zei al dat ze dat op ons favoriete terras beter deden, maar dat bleek voorbarig. De beste kelner kwam met kroketten, in wijn bereide paddenstoelen en olijven aanzetten. We hadden het nauwelijks op of hij bracht ons broodjes. Nadat mijn vader nog een glas bier had besteld, kwamen er nóg meer kroketten aan.
Als we dit op dag één hadden geweten hadden we de titel “favoriete terras” vast anders uitgereikt.
Ik zal geen kopje “dag 12” maken, want dat vond ik geen officieel onderdeel van de vakantie meer. De ochtend bestond namelijk alleen uit het inpakken van onze spullen en tijd doden met koffies op een terras met een overbelaste kelner. Want om twee uur zat ik weer in de bus naar huis, en waren mijn ouders op weg naar het vliegveld. Einde vakantie. Of zoals je dat na een film vaak ziet: fin.
Vond je het leuk om dit vakantieverslag te lezen? Klik dan op het hartje hieronder ♥️. Een reactie achterlaten is natuurlijk ook lief.